Over vilten
Volgens de legende is de heilige Clemens de uitvinder van de vilttechniek geweest. Toen boeren hem wat wol schonken, bekleedde hij er de binnenkant van zijn schoenen mee. Door wrijving, druk, warmte en vocht veranderde de wol al snel in een laag vilt.
Dat je van wol nagenoeg elke vilten vorm kunt maken, hebben vooral de nomaden van de Aziatische steppen ons laten zien.: daken van de yurts, kledingstukken, zadeltassen, laarzen en yoghurtwarmers. Ook in Peru, China, Rusland, Hongarije en andere landen zijn vilttechnieken ontwikkeld. In de zeventiger jaren ontdekten enkele kunstenaars voornamelijk in Amerika, Oost-Europa, Nederland en Duitsland opnieuw het met de hand maken van vilt. In eerste instantie hielden ze zich experimenteel en onafhankelijk van elkaar met deze fascinerende textieltechniek bezig.
Al snel volgden viltcursussen waarin ze hun inmiddels verworven vaardigheden doorgeven. Het vilten zelf wordt gedaan met (merino-) wol en warm zeepwater. Vilten is het proces dat je met warmte de schubben van de wolvezel opent door warm water. Door het zeepwater wellen de vezels op en kunnen de vingers makkelijker over de oppervlakte glijden. De merinowol is er in vele kleuren.
Petra van den Berg is ambachtsvrouw en kunstenaar en dat maakt haar workshops en cursussen zeer gewild.